Lijst verplichte participatie

Gelet op het bepaalde in artikel 16.55 lid 7 van de Omgevingswet, op grond waarvan de gemeenteraad gevallen van activiteiten kan aanwijzen waarin participatie van en overleg met derden verplicht is voordat een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (een activiteit als bedoeld in artikel 5.1 van de Omgevingswet, waarbij met toepassing van artikel 5.21, lid 2 onder b van de Omgevingswet wordt afgeweken van het omgevingsplan) waarvoor het college van burgemeester en wethouders bevoegd gezag is, kan worden ingediend.
Geeft de onderstaande lijst de gevallen van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit waarvoor participatie verplicht is.

Projecten in de bebouwde kom1:

  • Woningbouw van 4 tot 12 woningen waarvoor geen stedenbouwkundige randvoorwaarden, een masterplan, een gebiedsvisie of een daarmee te vergelijken ruimtelijk kader is vastgesteld door de raad.

  • Woningbouw met meer dan 12 woningen.
  • Bouwprojecten voor bedrijfsfuncties op een bedrijventerrein als de toegestane milieucategorie wijzigt, de kavelgrootte meer dan 0,5 ha bedraagt en de milieucategorie2 minimaal 4 bedraagt.
  • Op een bedrijventerrein gesitueerde bouwprojecten voor recreatieve dan wel bijzondere doeleindenfuncties (scholen, bejaardenhuizen, gemeentehuizen, kerken, musea en gezondheidsinstellingen).
  • Bouwprojecten voor werkfuncties niet gelegen op een bedrijventerrein en behorende tot milieucategorie 3 of hoger.
  • (Bouw)projecten voor provinciale- en rijkswegen.
  • Bouwprojecten voor nutsvoorzieningen zonder het wijzigen van de functie, waarbij de bestemmingsplangrens tot minimaal 75% van de oppervlakte van het gebouw wordt overschreden, tenzij gelegen op een bedrijventerrein.
  • Een bouw-, gebruiks- of aanlegactiviteit binnen beschermd stads- of dorpsgezicht.

1 Bebouwde kom: gebied dat buiten de grens van bestemmingsplan “Buitengebied” ligt.
2 Milieubelastende activiteiten zijn voorlopig geobjectiveerd met de categorie-indeling uit de VNG-brochure Bedrijven en Milieuzonering.

Projecten in landelijk gebied:

  • Bouwprojecten voor het uitbreiden van een bestaand en als zodanig bestemd niet-agrarisch bedrijf, vanaf minimaal 20% van het bebouwd oppervlak en waarbij het totale oppervlak van de bedrijfsbebouwing meer bedraagt dan 375 m2.
  • Projecten voor kleinschalige werkfuncties behorend tot milieucategorie 3 of hoger.
  • (Bouw)projecten voor aanleg en aanpassing van weg-, water-, parkeer- en groen- fiets- en wandelvoorzieningen van bovenlokale aard.
  • (Bouw)projecten voor openbare nutsvoorzieningen en voorzieningen van het openbaar vervoer of het wegverkeer met een oppervlakte vanaf 75 m².
  • Verandering van de functie van een perceel in zijn geheel naar een andere functie.
  • Het realiseren van windturbines met een tiphoogte van meer dan 25 meter en zonneparken met een grondoppervlak van meer dan 2 hectare.